Elleboog aandoeningen
Maak hieronder uw keuze voor meer informatie
- Golferselleboog
-
Golferselleboog ofwel : Epicondylitis medialis
Een golferselleboog (medische naam epicondylitis medialis) is een ontsteking of irritatie van de aanhechtingsplaats van pezen aan de binnenzijde van het ellebooggewricht.
Er is meestal sprake van pijnklachten aan de binnenzijde van de elleboog. Soms gaat dit samen met een tintelend gevoel ter hoogte van de pink en ringvinger. De pijnklachten treden op als de buigers van de polsen en de hand worden aangespannen.
De golferselleboog is een hinderlijke aandoening waar men een tijd last van kan hebben, soms wel enkele maanden. Toch gaat deze aandoening meestal vanzelf weer over.
De golferselleboog oftwel epicondylitis medialis valt onder CANS, dit staat voor ‘complaints of the arm, neck and/or shoulder, oftewel klachten van de arm, nek en/of schouder. Dit is een omschrijving van een klachencomplex die door veel zorgverleners wordt gehanteerd.
Waardoor kan het komen?
Het ontstaan van een golferselleboog hoeft niet alleen door de sport golven te komen. De buigspieren zijn overmatig of verkeerd belast, bijvoorbeeld door het uitvoeren van zwaar belastende werkzaamheden of door werkzaamheden waarbij men steeds dezelfde bewegingen maakt (handenarbeid, schilderen, typen).
Daardoor ontstaat een irritatie bij de aanhechting van de spieren aan de binnenkant van de elleboog.
Hoe wordt het vastgesteld?
Bij epicondylitis medialis is er sprake van pijn aan de binnenzijde van het ellebooggewricht. Dit is meestal de regio waar de ontstoken pezen aan het bot hechten.
De arts/fysiotherapeut zal bewegingen uitlokken die de pezen belasten en pijn veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld door de pols met weerstand te laten buigen. Voor het stellen van de diagnose is meestal geen nader onderzoek nodig. De arts kan, afhankelijk van de bevindingen, een enkele keer een röntgenfoto laten maken van de nek, de schouder (om andere aandoeningen uit te sluiten) of de elleboog.
Wat kan helpen?
Er zijn verschillende behandelingen die worden toegepast bij een golferselleboog. De ene methode heeft bij de ene patiënt wel en bij de andere patiënt geen resultaat.
De eenvoudigste behandeling is om zelf overmatige of verkeerde belasting, en daarmee pijn, te voorkomen.
Medicijnen
Ontstekingsremmende pijnstillers in de vorm van gel of crème zijn volgens de wetenschap op korte termijn waarschijnlijk effectief in het verminderen van de pijn. Het slikken van ontstekingsremmende pijnstillers lijkt minder zinvol.
Injecties
Het is onduidelijk of een injectie met corticosteroïden helpt. Een injectie met verdovingsvloeistof helpt waarschijnlijk niet.
Fysiotherapie
Door middel van fysiotherapie.
Operatie
Als de klachten aanhouden, kan een operatie overwogen worden maar het is nog niet voldoende bewezen dat dit daadwerkelijk helpt.
Wie kan helpen?
De huisarts is in eerste instantie bij de behandeling betrokken. Daarnaast kan een fysiotherapeut bij de behandeling betrokken zijn. In geval van een operatie, krijgt men te maken met een orthopedisch chirurg.
Bronnen: Orthopedie- prof. dr. J.A.N. Verhaar, prof. dr. A.J. van der Linden
Online bronnen: Vlaamse vereniging van de elleboog- en schouderchirurgen
- Tenniselleboog
-
Een tenniselleboog (medische naam: epicondylitis lateralis) is een veel voorkomende onsteking of irritatie van de aanhechtingsplaats van pezen aan de buitenste elleboogknobbel. Klachten die daarbij optreden zijn pijn aan de buitenzijde van de elleboog, soms uitstralend naar de onderarm en pols. De pijnklachten treden op wanneer de strekspieren van de pols en hand worden aangespannen, bijvoorbeeld als men iets met de hand op wil pakken.
Het is een hinderlijke aandoening, waar men een tijd flink last van kan hebben, soms wel enkele maanden. Toch gaat deze aandoening meestal vanzelf weer over.
De Tenniselleboog oftewel epicondylitis valt onder CANS, dit staat voor ‘complaints of the arm, neck and/or shoulder oftewel klachten van de arm, nek en/of schouder. Dit is een omschrijving van een klachtencomplex die door veel zorgverleners wordt gehanteerd.
Waardoor kan het komen?
Het ontstaan van een tenniselleboog hoeft niet door tennissen te komen, dat is maar bij 1 op de 20 mensen zo. Op de een of andere manier zijn de strekspieren overmatig of verkeerd belast geraakt. Daardoor ontstaat een irritatie bij de aanhechting van de spieren aan de buitenzijde van de elleboog.
Hoe wordt het vastgesteld?
De arts zal bewegingen uitlokken die de pezen belasten en pijn veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld door de pols met weerstand te laten strekken. Voor het stellen van de diagnose is meestal geen nader onderzoek nodig. De arts kan, afhankelijk van de bevindingen, een enkele keer een röntgenfoto laten maken van de nek, de schouder (om andere aandoeningen uit te sluiten) of de elleboog. Ook kan de arts er voor kiezen de elleboog aanvullend te onderzoeken met bijvoorbeeld echografie.
Wat kan helpen?
Er zijn veel behandelingen die worden toegepast voor een tenniselleboog. Een bepaalde methode heeft bij de ene patiënt wel en bij een andere patiënt geen resultaat.
De eenvoudigste behandeling is zelf overmatige of verkeerde belasting en daarmee pijn te voorkomen.
Medicijnen
Ontstekingsremmende pijnstillers in de vorm van gel of crème zijn volgens de wetenschap op korte termijn waarschijnlijk effectief in het verminderen van de pijn. Het slikken van ontstekingsremmende pijnstillers lijkt minder zinvol.
Injecties
Het is onduidelijk of een injectie met corticosteroïden helpt. Een injectie met verdovingsvloeistof helpt waarschijnlijk niet.
Andere behandelingen
Extracorporale shock wave therapie (ESWT) helpt waarschijnlijk niet.
Van de volgende behandelingen is nog onduidelijk of nog niet onderzocht of ze helpen:
acupunctuur, het dragen van een brace, ultrageluid therapie, oefentherapie en manuele therapie. Er zijn aanwijzingen dat een brace zou kunnen helpen als die ervoor zorgt dat de pols en hand steeds in een ruststand terugkeren.
Naar het nut van een operatie in vergelijking met conservatieve behandelingen is nog geen onderzoek gedaan.
De arts zal in overleg met de patiënt een behandelingsplan opstellen dat het best aansluit op de klachten.
Wie kan helpen?
De huisarts is degene die de meeste klachten behandelt. In geval van een chirurgische ingreep krijgt men te maken met een algemeen of orthopedisch chirurg. Daarnaast kan ook een fysiotherapeut bij de behandeling betrokken zijn.
Online bronnen: Kenniscentrum Arbeid en Klachten Bewegingsapparaat; Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)
- Bursitis olecrani
-
Bursitis olecrani (Slijmbeursontsteking rond de elleboog)
In het lichaam zitten op diverse plaatsen slijmbeurzen (bursa) die ervoor zorgen dat botten, spieren en pezen soepel langs en over elkaar heen kunnen bewegen en niet tegen elkaar aan schuren. Ook zorgen deze bursa ervoor dat uitstekende botstukken beschermd worden.
Ook achter de elleboog loopt een slijmbeurs; de bursa olecrani.
Als deze ontstoken is, spreekt men van een bursitis olecrani. Hierdoor ontstaat pijn en kan men zich beperkt voelen in het bewegen. Met name druk op de slijmbeurs is pijnlijk. De huid boven de slijmbeurs kan ook rood verkleurd zijn en wat warmer aanvoelen.
Een slijmbeursontsteking rond de elleboog wordt ook wel ‘studentenelleboog’ genoemd. Dit omdat studenten tijdens het leren vaak op de ellebogen steunen waardoor er druk op de bursa ontstaat.
Bij een bacteriële slijmbeursontsteking (die dus wordt veroorzaakt door een infectie) kan meer roodheid en koorts optreden. Meestal is er dan weefselschade geweest waardoor de bacterie in de bursa kon komen.
Bursitiden rond de elleboog vallen onder CANS, dat staat voor ‘complaints of the arm, neck and/or shoulder’ oftewel klachten aan de arm, nek en/of schouder. Dit is een omschrijving van een klachtencomplex die door veel zorgverleners wordt gehanteerd.
Waardoor kan het komen?
Een bursitis kan ontstaan door teveel druk op de slijmbeurs, overbelasting van een gewricht, een val of een infectie. Als gevolg hiervan zwelt de slijmbeurs op.
Hoe wordt het vastgesteld?
Een bursitis rond de elleboog kan door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek worden vastgesteld.
Wat kan helpen?
Een bursitis of slijmbeursontsteking verdwijnt meestal met rust, gedoseerde bewegingen en door het vermijden van overbelasting van het gewricht.
Medicijnen kunnen helpen de ontsteking te remmen. Ook kan een injectie met corticosteroïden gegeven worden (niet bij een bacteriële ontsteking).
Als herstel uitblijft, moet het gewricht onderzocht worden op verdere afwijkingen en is doorverwijzing naar een chirurg raadzaam. In ernstige gevallen kan de slijmbeurs operatief verwijderd worden.
Wie kan helpen?
In eerste instantie komt men met een slijmbeursontsteking van de elleboog bij de huisarts terecht.
Een fysiotherapeut kan advies geven over hoe men het beste kan bewegen en overbelasting kan vermijden. Als de klachten aanhouden of ernstig zijn, zal de huisarts doorverwijzen naar een orthopedisch chirurg.
Ermee leven
Deze aandoening is ook bekend als ‘studentenelleboog’. Studenten steunen tijdens het leren met de elleboog op tafel waardoor er druk komt te staan op de slijmbeurs. Probeer dus niet teveel op de ellebogen te leunen als dit klachten geeft.
Bronnen: Orthopedie - prof. dr. J.A.N. Verhaar, A.J. van der Linden
Online bronnen: Gezondheidsplein.nl
- Instabiliteit van de elleboog
-
Doorsnede van het linker ellebooggewricht Er zijn drie botstukken die ervoor zorgen dat de elleboog kan bewegen: de bovenarm (humerus), in de onderarm de ellepijp (ulna) en het spaakbeen (radius).
Het gewricht tussen de bovenarm en de ellepijp zorgt ervoor dat de elleboog kan buigen en strekken. Het gewricht tussen de ellepijp en het spaakbeen zorgt ervoor dat de onderarm kan draaien. Door omliggende spieren, banden en pezen blijft de elleboog stabiel.
Bij een instabiele elleboog is er sprake van teveel bewegingsruimte in het gewricht. Het kopje van het spaakbeen zit niet goed op zijn plek en kan uit de kom raken. Dit kan pijn en onzekerheid bij bewegen veroorzaken. Als men bijvoorbeeld op de arm steunt, kan de elleboog ‘doorzakken’.
Deze aandoening is ook wel bekend als het ‘zondagmiddag- of meesleurarmpje’. Ouders tillen hun kleine kinderen hierbij teveel op aan hun armen. Bij deze klachten gebruikt het kind de arm niet, en houdt het de arm licht gebogen. Verder is er sprake van pijn.
Instabiliteit van de elleboog valt onder CANS, dit staat voor ‘complaints of the arm, neck and/or shoulder’ oftewel klachten van de arm, nek en/of schouder. Dit is een omschrijving van een klachtencomplex die door veel zorgverleners wordt gehanteerd.
Waardoor kan het komen?
Instabiliteit van de elleboog ontstaat door een te grote bewegingsruimte in het gewricht. Dit kan komen wanneer iemand relatief slappe banden en pezen heeft.
Instabiliteit van de elleboog kan ook veroorzaakt zijn door een te grote beweeglijkheid als gevolg van een direct trauma zoals een val.
Hoe wordt het vastgesteld?
De arts kan door middel van anamnese en lichamelijk onderzoek vaststellen dat het om instabiliteit van de elleboog gaat. Met een röntgenfoto kan de diagnose bevestigd worden.
Door middel van een MRI scan kan worden nagegaan of de omliggende banden zijn beschadigd.
Wat kan helpen?
Fysiotherapie kan helpen om de omliggende spieren te versterken zodat de elleboog beter gaat functioneren.
Als het spaakbeen niet meer op de plek zit, moet dit worden teruggezet. Dit noemt men repositie. Dit kan zeer pijnlijk zijn en daarom kan de arts eerst pijnstillers en spierverslappers geven.
Soms blijkt er ook een scheurtje in het te bot zitten. In dat geval moet er gips worden aangebracht rond de elleboog.
Soms is de luxatie zo ernstig dat een operatie nodig is om de schade aan het kraakbeen en de banden te herstellen. Als de schade niet hersteld wordt, is er een verhoogde kans dat er artrose ontstaat in het ellebooggewricht.
Wie kan helpen?
De fysiotherapeut kan bewegingsadvies en oefeninen geven om de spieren te versterken, ook na een eventuele operatie.
Als er sprake is van een operatie, wordt dit gedaan door een orthopedisch chirurg.
Ermee leven
Mensen met een instabiele elleboog kunnen last hebben van bewegingsangst. Ze zijn bang dat door te bewegen, de klachten verergeren. Het is belangrijk om deze angst te overwinnen. Een fysio- of manueel therapeut kan hierbij helpe
Online bronnen: American Academy of Orthopaedic Surgeons